
Voorbehouden handelingen
voor ambulanceverpleegkundigen
Cardioverteren

Doel
Door het geven van een stroomstoot gekoppeld aan de R-top couperen van een tachycardie met smalle of brede complexen met inadequate of bedreigde circulatie.
Uitvoering
-
Indicatiestelling (opdracht):
-
AVP, MMT arts/vpk
-
-
Uitvoering:
-
AVP, MMT arts/vpk
-
Indicaties
Niet aanspreekbare patiënten (unresponsive) met een inadequate circulatie als gevolg van een tachycardie met brede of smalle QRS-complexen.
Contra-indicaties
-
Patiënten met andere ritmes of geleidingsstoornissen (sinusritme)
-
Aanspreekbare patiënten
Mogelijke complicaties
-
Andere ritmestoornissen omdat de patiënt niet op het juiste moment wordt gecardioverteerd
-
Brandwonden op de plaats van de combipads
-
Pijn en schrik door te cardioverteren bij een patiënt die nog reageert op een pijnprikkel
-
Hulpverleners worden getroffen door de stroomstoot
Benodigdheden
-
Monitor/defibrillator.
-
4 afleiding elektroden.
-
Combipads.
-
Eventueel scheermesje
Werkwijze
Voorbereiden:
-
Combipads aanbrengen (cave borsthaar)
-
4 afleiding elektroden aanbrengen.
-
Kies afleiding met het grootste QRS-complex.
-
Stel vast dat er een cardioversie-indicatie is.
Handeling:
-
Stel de monitor/defibrillator in op synchroon.
-
Controleer of het apparaat goed senst – d.w.z. de markeringspunten afgeeft op de R-toppen.
-
Stel het juiste aantal joules in.
-
Laadt het apparaat op.
-
Controleer het ritme.
-
Zuurstof weg.
-
Roep: “iedereen los”, en wees ervan verzekerd dat niemand contact heeft met de patiënt.
-
Roep: “3, 2, 1, vuur”.
-
Ontlaad het apparaat: blijf de ontlaadknop ingedrukt houden tot de energie is afgegeven.
​
​
​
Nazorg:
-
Beoordeel ritme en output na iedere stroomstoot (CAVE PEA/ polsloze VT)
-
Indien geïndiceerd handeling herhalen volgens protocol
-
Maak een 12-afleidingen ECG
-
Zorg voor een goede registratie
