
Voorbehouden handelingen
voor ambulanceverpleegkundigen
Botnaald inbrengen (EZ-io)

Doel
Verkrijgen van een invasieve toegang voor het toedienen van medicijnen en/of vocht.
Uitvoering
-
Indicatiestelling (opdracht):
-
ambulanceverpleegkundige of arts / verpleegkundige MMT.
-
​
-
Uitvoering:
-
zelfstandig: ambulanceverpleegkundige, arts MMT. verpleegkundige MMT,
-
ondersteunend: ambulancechauffeur, -verpleegkundige
-
​
-
Benodigd aantal hulpverleners:
-
1 en 1 assisterend.
-
Indicaties
Alle acute patiënten die intraveneus medicatie en/of vocht moeten krijgen en bij wie het inbrengen van een perifere veneuze katheter onmogelijk of moeilijk is.
Contra indicaties
-
(Brand-)wonden of ontsteking op of rond de inbrengplaats (relatief)
-
Fracturen in gekozen bot (dan alternatieve plaats kiezen)
-
Onderliggende prothese
-
Reeds eerder recent ingebrachte botnaald op gekozen inbrengplaats
Mogelijke complicaties
-
Infectie
-
Fracturen
-
Beschadiging van gewricht of epifysairschijf
-
Pijn bij het inbrengen en/of bij het toedienen van medicatie of vloeistof
-
Extravasatie van vloeistof
Benodigdheden
-
Drukzak
-
Infuusvloeistof 500ml
-
Infuussysteem
-
(3-wegkraantje)
-
Elleboogaansluiting EZ-io
-
EZ-io botboor
-
EZ-io botnaald (roze, blauw of geel)
-
Naaldencontainer
-
Lidocaine 2%
-
10 cc spuit
-
desinfectans
-
EZ-io-stabilizer of fixatiepleister
-
Glucosemeter
-
Eventueel padding
Opmerkingen
-
Let op dat er zo steriel mogelijk gewerkt wordt en dat de naald tijdens de handeling niet wordt aangeraakt.
-
Het platte gedeelte van de tibia (dat aan de mediale kant ligt) heeft de voorkeur als introductieplaats.
-
Als de tuberositas tibiae niet palpabel is, kan men daar de naald bij volwassenen niet inbrengen (teveel weefsel).
-
De naaldpunt mag niet in de richting van het gewricht of de epifysairschijf wijzen.
-
De pijn is vergelijkbaar met het inbrengen van een infuus zodat inbrengen van een i.o. naald bij volwassenen die niet bewusteloos zijn, in combinatie met pijnstilling, overwogen kan worden.
-
Zuigelingen en kinderen moeten een GCS hebben van < 8.
Werkwijze
Voorbereiding systeem (eventueel door ACH):
-
Maak een infuussysteem klaar met Ringerlactaat.
-
Zet het driewegkraantje er aan.
-
Maak de EZ-IO connector vast aan het driewegkraantje.
-
Ontlucht het hele systeem.
-
Plaats de infuuszak in de drukzak.
-
Blaas de drukzak op tot 300 mmHg.
Voorbereiding plaatsing:
-
Bepaal de introductieplaats.
-
Maak de introductieplaats vrij van kleding.
-
Leg bij kinderen een kussentje (of bijv. een infuuszak) onder het knietje zodat deze een hoek van 30Ëš maakt terwijl de hiel van de voet op de onderlaag rust.
-
Desinfecteer de punctieplaats.
-
Doe de gewenste naald op de boor. Let erop dat je een klik hoort ten teken dat hij goed zit.
-
Voor erg adipeuze volwassenen kan gebruik gemaakt worden van de 45 mm gele naald.
Plaatsbepaling Volwassenen (primaire punctieplaats).
-
Palpeer de tuberositas tibiae.
-
Ga circa 1 cm naar mediaal, tot je op het platte stuk van de tibia bent
Plaatsbepaling Kind 0 - 40 kg (primaire punctieplaats).
Tuberositas palpabel:
-
Palpeer de tuberositas tibiae.
-
Ga 1 vingerbreedte naar mediaal.
-
Ga 1 vingerbreedte naar distaal.
Tuberositas niet palpabel
-
Palpeer de onderzijde van de patella.
-
Ga 1 vingerbreedte naar mediaal.
-
Ga 2 vingerbreedtes naar distaal.
Handeling
-
Pak de boor (met naald erop) in de hand.
-
Fixeer met de vrije hand het been. Kom niet in de buurt van de punctieplaats.
-
Zet de naald loodrecht op de eerder bepaalde introductieplaats.
-
Activeer subtiel de boorknop op het handvat tot de naald tegen het bot komt.
-
Kijk of het proximale zwarte 5 mm-streepje zichtbaar is Een niet zichtbare 5 mm-streep betekent dat de naald te kort is.
-
Druk nu de naald door het bot heen door de boorknop in te drukken en zachte continue benedenwaartse druk uit te oefenen.
-
Stop hiermee tot je een plop hoort of de weerstand plots vermindert (loss of resistance) of tot het brede deel van de naald op de huid komt.
-
Fixeer de basis van de naald en verwijder eerst de boor door deze er zachtjes af te trekken en daarna de binnennaald door deze er tegen de richting van de klok af te draaien.
-
Aspireer een beetje om te zien of er bloed/beenmerg meekomt. Gebruik dit meteen voor de glucosebepaling.
-
Komt er bij het aspireren geen bloed of beenmerg mee, dan kan de introductieplaats nog steeds goed zijn. Let dan op nog meer verschijnselen van extravasatie.
-
Sluit het klaargemaakte infuussysteem aan op de ingebrachte i.o.-naald.
-
Flush vervolgens met 10 ml Ringerlactaat (5 ml bij kinderen). Dit kan bij een GSC > 3 pijnlijk zijn voor de patiënt.
-
Als de patiënt bij (verminderd) bewustzijn is, is het toedienen van vocht en medicatie pijnlijk. Maak daarom gebruik van Lidocaine 2% voor je verder gaat infunderen met Ringerlactaat.
-
Infundeer Lidocaine 2% i.o. (volwassenen 20 - 40 mg)
-
Infundeer onder druk Ringerlactaat. Gebruik hiervoor een drukzak die op 300 mmHg gebracht en gehouden wordt.
Wees waakzaam bij kinderen voor overvulling. Indien de vochtbolus kleiner is dan 500 ml is het aan te bevelen geen drukzak te gebruiken.
Nazorg
-
Fixeer het systeem goed met kleefpleister. Bij gebruik van de EZ-IO stabilizer dient deze te worden aangebracht vóórdat het infuussysteem wordt aangesloten op de botnaald.
-
Het is belangrijk zo snel mogelijk een “trekbeveiliging” te realiseren om te voorkomen dat de naald er per ongeluk uit gaat. Doe dit door de infuuslijn in twee fasen te plakken met een lus ertussen of vast te zetten aan de EZ-IO stabilizer.
-
Verwijder de botnaald niet. Laat dit in het ziekenhuis gebeuren.
-
Bij een overleden patiënt kan de naald verwijderd worden door met een luerlockspuit met de klok mee te draaien en er licht aan te trekken.
Praktische wenken
Er is een alternatieve punctieplaats: de proximale humerus.
-
Hiervoor moet de arm over de buik liggen (onder- en bovenarm onder een hoek van 90Ëš).
-
Palpeer het tuberculum majus humeri (de grote been knobbel van het opperarmbeen) door met licht drukkende duim langs de arm naar boven te bewegen tot je een uitstekend stuk bot voelt. De juiste plaats zit hier net boven.
-
De verdere handelingen zijn hetzelfde als bij het plaatsen bij de tibia.

