top of page

Maskerballon beademing

Doel en uitvoering

Doel

Overnemen of ondersteunen van de ademhaling als deze afwezig of niet adequaat is.


Uitvoering

  • Indicatiestelling (opdracht);

    • ambulanceverpleegkundige, arts MMT.

​

  • Uitvoering:

    • zelfstandig: ambulanceverpleegkundige, arts MMT, verpleegkundige MMT.

    • ondersteunend: ambulancechauffeur

​

  • Benodigd aantal hulpverleners: 1-2.

Indicatie en contra-indicatie

Indicaties

Patiënten met onvoldoende spontane ademhaling (apnoe, bradypneu, gaspen).


Contra-indicaties

Bij bovengenoemde geen

Mogelijke complicaties

Mogelijke complicaties

  • Blazen van lucht in de maag waardoor maagdilatatie en kans op braken en aspiratie.

  • Verergeren wervelletsel door hyperextensie en manipulatie van het hoofd.

Benodigdheden

Benodigdheden

  • Beademingsmasker van de juiste maat

  • Beademingsballon met (PEEP)ventiel

  • Zuurstofcilinder

  • Reservoir voor Fi02 van 1

  • Bacteriefilter

  • Eventueel mayotube
     

Opmerkingen

  • Met één hand knijpen in de ballon geeft voldoende teugvolume en  voorkomt hoge drukken

  • Sommige maskers hebben een rubberen rand die met lucht gevuld is. Het is belangrijk dat deze voldoende lucht bevat, anders sluit hij niet goed af

  • Als het niet lukt om lucht in te blazen: doe iets aan de stand van het hoofd  (bijvoorbeeld nog iets verder achterover), inspecteer op corpora aliëna

  • Als er wel lucht ingeblazen wordt maar de thorax komt niet omhoog: controleer of het masker wel goed afsluit, of er lager in de luchtwegen geen problemen zijn of er een open pneumothorax aanwezig is, of het ventiel goed werkt.

Werkwijze

 

Handeling uitgevoerd door één hulpverlener:

  • Neem plaats achter het hoofd van de patiënt.

  • Plaats het masker op het gezicht van de patiënt; het smalle deel over de neus, het brede deel op de kin,

  • Plaats de duim op het bovenste deel van het masker.

  • Plaats wijs- en middelvinger op het onderste deel van het masker.

  • Plaats ringvinger en pink onder de kin.

  • Hef de kin iets op terwijl het masker zo stevig en gelijkmatig mogelijk op het gezicht wordt gedrukt.

  • Knijp de ballon leeg met de vrije hand, liefst op been of arm van de hulpverlener. Knijp niet te snel (te hoge druk) of te zacht (te lage druk), het tempo ligt op rond 12-16 per minuut, laat voldoende ruimte voor expiratie (deze duurt langer dan inspiratie; I:E ratio 1:2).

  • Bij indicatie voor wervelimmobilisatie kan de hulpverlener het hoofd fixeren tussen de bovenbenen; hierbij kan hij geknield of op de grond achter het hoofd zitten.

 

Handeling uitgevoerd door twee hulpverleners:

Hulpverlener 1

  • Neem plaats achter het hoofd van de patiënt

  • Plaats het masker op het gezicht van de patiënt: het smalle deel over de neus, het brede deel op de kin)

  • Plaats beide duimen aan weerszijden op het bovenste deel van het masker

  • Plaats wijs- en middelvingers aan weerszijden op het onderste deel van het masker

  • Plaats ringvingers en pinken aan weerszijden onder de kin

  • Hef de kin iets op terwijl het masker zo stevig en gelijkmatig mogelijk op het gezicht wordt gedrukt

  • Bij indicatie voor wervelletsel kan deze hulpverlener meteen het hoofd in neutrale stand brengen en manueel fixeren

 

Hulpverlener 2

  • Neem plaats aan de zijkant van de patiënt

  • Neem de ballon ter hand

  • Knijp rustig in de ballon

  • Knijp niet te snel (te hoge druk) of te zacht (te lage druk)

Werkwijze
Nazorg

Nazorg

  • Controleer of de thorax omhoog komt bij inflatie

  • Reinig na gebruik zorgvuldig het masker

  • Sluit, indien mogelijk, capnografie aan

Instructievideo
Toetsmatrijs
bottom of page