Voorbehouden handelingen

Procedure
Eén keer per twee jaar worden alle voorbehouden handelingen getoetst. Dit gebeurt middels simulatiestations. De observatiecriteria die voor de toetsing worden gehanteerd staan vermeld in de bijlagen “Raamwerk toetsings/ beoordelingscriteria voorbehouden en risicovolle handelingen”.

​

De basis voor de criteria komen voort uit de volgende bronnen: Handelingsschema’s Preklinische Hulpverlening (Gras, 2008) en het Landelijk Protocol Ambulancezorg; versie 8.1 (Ambulancezorg Nederland, 2016).

 

Cesuur

De score items zijn gewaardeerd met sterren (AZN systematiek; 1, 2 en 3 sterren) en worden beoordeeld aan de hand van de volgende cesuur:

• 1-ster gemist: geen consequenties

• 2-ster gemist: opmerking wordt opgenomen in het opleidingsdossier. De medewerker krijgt na afloop van de toetsing dit punt mee als aandachtspunt.

• 3-ster gemist: De medewerker krijgt nog dezelfde dag de kans om de desbetreffende handeling te herkansen. Dit gebeurt bij voorkeur door een andere instructeur. Indien er opnieuw een 3-ster gemist wordt moet de ROC z.s.m. op de hoogte gesteld worden van deze uitslag. De ROC bepaalt dan het te volgen beleid.
   

Per handeling staat uitgewerkt hoeveel punten er maximaal te behalen zijn. 3-sterren mogen nooit gemist worden.

​

De cesuur om de handeling voldoende te scoren ligt op 75% van het maximaal te behalen punten (optelsom van de 1, 2 en 3 punters)

Mocht de betreffende medewerker niet meer bekwaam zijn om een bepaalde handeling uit te voeren, dan neemt de ROC contact op met het management over eventuele gevolgen voor de inplanning op de ambulance, en met de MMA over het te volgen scholingstraject/ individueel plan.

De mogelijkheid bestaat voor de medewerker om zichzelf tijdens of direct na het uitvoeren van de handeling te corrigeren.

Nadat de handelingen zijn gescoord, zal de uitslag worden geregistreerd in het individuele opleidingsdossier.

De MMA zal op basis van de scorelijsten in combinatie met het regionale bekwaamheidsbeleid de individuele bekwaamheidsverklaringen ondertekenen. Deze verklaring is geldig tot de datum die erop vermeld staat; in principe voor een periode van twee jaar.
 

 

Weging:

Vanwege het feit dat alle hierboven beschreven handelingen in het kader van levensbedreigende situaties worden uitgevoerd, is de onderlinge weging aan elkaar gelijk.