top of page

Uitzuigen via een tracheacanule

Doel en uitvoering

Doel

Het via de tracheacanule verwijderen van vloeibare en vaste substanties uit de diepere luchtwegen (trachea en bronchiën).

 

Uitvoering

  • Indicatiestelling (opdracht);

    • ambulanceverpleegkundige, arts MMT.

  • Uitvoering:

    • zelfstandig: ambulanceverpleegkundige, arts MMT, verpleegkundige MMT

    • ondersteunend: ambulancechauffeur































       

Indicatie en contra-indicatie

Indicaties

Patiënten met een tracheacanule die bloed, slijm of braaksel in de lagere luchtwegen of longen hebben of met een verstopte tracheacanule.

 

Contra-indicaties

Bij bovengenoemde indicatie geen.

NB: relatieve contraindicaties:

  • Ernstig longoedeem

  • Ernstig bronchospasme






























     

Mogelijke complicaties

  • Satuaratie daling, hypoxie

  • weefsellaesie en bloeding van het slijmvlies

  • infectie

  • bronchospasme

  • ritmestoornissen (tachycardieën en bradycardieën)

  • verhoogde intracraniële druk bij patiënten met neurologische aandoeningen

  • hoesten

  • benauwdheidsklachten

































     

Mogelijke complicaties
Benodigdheden

Benodigdheden

  • Compleet zuigsysteem

  • Uitzuigkatheters voor endotracheaal toilet: volwassenen Ch.10-12,

  • Handschoenen

  • Handdoek of celstof onderlegger

  • Complete beademingsballon met zuurstofaansluiting





























     

Werkwijze

 

Voorbereiding

  • Licht de patiënt in (indien mogelijk) en breng hem in een halfzittende houding.

  • Leg een handoek of celstof onderlegger op de borst van de patiënt.

  • Sluit de katheter aan op de afzuigapparatuur, laat de verpakking eromheen,

  • Zet de afzuigapparatuur in werking.

  • Pre-oxygeneer de patiënt.

 

Handeling

  • Haal eerst de binnen canule eruit:

    • Houd het nekplaatje vast.

    • Draai de canule 90° tegen de klok in, tot deze losschiet.

  • Breng de katheter via de buitencanule tot op het diepste punt, zonder dat het vacuüm erop staat.

  • Probeer weerstanden met voorzichtig draaien en manipuleren te omzeilen, forceer de katheter er niet doorheen.

  • Trek de katheter iets terug als deze diep genoeg is.

  • Zet het vacuüm erop (meestal betekent dit de duim op een connector houden).

  • Trek de katheter nu voorzichtig terug, onderwijl deze rustig tussen de vingers draaiend.

  • Houd het vacuüm niet langer dan 10-15 seconden vol.

  • Reinig de binnen canule,

  • Plaats de binnen canule terug.

  • Sluit indien nodig zo snel mogelijk de beademingsballon of-automaat weer aan voor beademing.














     

Werkwijze
Nazorg

Nazorg

  • Wacht met een volgende uitzuiging minimaal 15 seconden en zorg dat de patiënt rustig tussendoor kan ademen of beademing krijgt.

  • Spoel de katheter na met water of NaCl 0,9%.

  • Neem voor een volgende maal uitzuigen liefst een schone katheter.

  • Verschoon na gebruik de apparatuur en gooi disposable onderdelen weg.




































     

Instructievideo
Toetsmatrijs
bottom of page