
Voorbehouden handelingen
voor ambulanceverpleegkundigen
Perifere veneuze canule inbrengen

Doel
Verkrijgen van een intraveneuze toegang voor het eventueel toedienen van medicijnen en/of vocht.
Indicaties
Patiënten die intraveneus medicatie en/of vocht moeten hebben of nodig gaan hebben.
Contra-indicaties
Okselkliertoilet aan de te prikken zijde
Mogelijke complicaties
-
Plaatselijk hematoom
-
Infectie
-
Extravasaal lopen van vocht of toedienen van medicijnen
-
Pijn en ongemak voor de patiënt
-
Lucht in het systeem en daarmee in de patiënt
-
Aanprikken slagader
Benodigdheden
-
Stuwband
-
Eventueel scheermesje
-
Infuusnaald
-
Fixatiepleister
-
NaCI 0,9%
-
2 ml spuit
-
Naaldencontainer
Opmerkingen
-
Vermijd indien mogelijk plaatsen bij gewrichten.
-
Neem het liefst de niet-dominante zijde (links bij rechtshandigen, geparalyseerde zijde bij CVA-patiënten).
-
Bedenk dat er voor medicijnen soms alternatieve toedieningswegen zijn.
Werkwijze
Voorbereiding
-
Licht de patiënt in
-
Maak de insteekplaats vrij van kleding
-
Verwijder sieraden
-
Leg de stuwband aan en trek deze aan (met een vinger onder de band)
-
Scheer eventueel aanwezige haren weg
-
Laat de patiënt enkele malen de vuist ballen en weer ontspannen
-
Klop/wrijf eventueel met de vingers op de insteekplaats zodat de vaten goed opkomen
Uitvoering
-
Fixeer de vene door de huid strak te trekken
-
Prik de huid aan onder een hoek van circa 45Ëš, vlakbij de gekozen ader
-
Prik de ader aan en schuif de canule enkele millimeters in het vat (er komt bloed in de controlekamer van de naald)
-
Trek de naald iets terug, terwijl de canule op zijn plaats blijft
-
Maak de stuwband los
-
Voer de canule op in de ader, terwijl de naald verder uit de canule wordt teruggetrokken
-
Fixeer de canule met de fixatiepleister
-
Druk de ader af, iets boven de punt van de canule
-
Verwijder de naald en gooi deze meteen in de naaldencontainer
-
Sluit op het uiteinde indien gewenst een driewegkraantje of-slangetje aan en dan een systeem (infuus) of een dopje (waaknaald)
-
Flush de perifere canule door met minimaal 2 ml NaCl 0,9%
Nazorg
-
Controleer of het infuus goed zit (systeem loopt goed door, doorspuiten gaat makkelijk en er ontstaat geen hematoom, bij lager houden van infuus stroomt bloed terug in het systeem). Trek het infuus desnoods iets terug (kan tegen de wand van het vat liggen) of laat de patiënt zijn houding aanpassen.
-
Bij onjuiste plaatsing verwijderen en elders een infuus inbrengen.
-
Fixeer het infuus definitief (slang in bocht met kleefpleister, eventueel gebruiken van zwachtel en/of spalk).
Praktisch wenken
-
Voor het stuwen kun je ook de bloeddrukmanchet gebruiken (deze opgepompt laten tot net onder de systolische bloeddruk).
-
Je kunt het vat ook van opzij aanprikken: eerst door de huid en dan onder een hoek het vat aanprikken, komt er bloed, dan de canule in de lengte van het vat brengen.
-
Begin laag (distaal); bij mislukken van de poging zijn hogerop (proximaal) nog vaten.
-
Bij kinderen is het gebruik van een zwachtel en een spalk ter fixatie aan te raden.
